Tsjechie.nl : d� Vakantie & Informatie site over Tsjechie
Alle bestemmingen Tsjechie
nieuwsbrief Australie
navigate by map Tsjechie
tips Tsjechie
win Tsjechie

Tsjechie.nl tsjechie.nl  reisverhaal tsjechie  dagboek fietsvakantie 

Tsjechie.nl - Dagboek fietsvakantie in Tsjechie

Meer reisverhaal tsjechie...

Riet Beukert

Cheb

14 mei 2005

Na een hele dag fietsen via de LF 13 in Brabant en Limburg en in het verlengde daarvan de Radweg 1 in Duitsland kom ik ’s avonds aan in Duisburg. Het is al laat als ik aankom, maar ik heb de tijd want mijn trein naar Tsjechië gaat pas ’s nachts. Ik koop mijn Schönen Wochenend Ticket. Dit is een aanbieding van de Deutsche Bahn (DB) In het weekend kun je voor 30 EUR voor maximaal 5 personen heel Duitsland door tot in Tsjechië of Polen reizen met stop en sneltreinen, S, RE, RB, hoewel ik maar alleen reis is het zelfs voor mij een stuk goedkoper. 

Ik vind het prettiger om ’s nachts te reizen, omdat ik dan niet bang hoef te zijn voor verslapen als je ’s morgens vroeg je bed uit moet. Bovendien kan ik slapen waar ik wil, ook in de trein. Zo hang ik de late avond van de 13e mei rond op het Haubtbahnhof van Duisburg, eerst in het spoorwegrestaurant, later in het wachtlokaal op het perron.

Indrukwekkend dit Duisburg by night! Met een hapje en drankje en ogenschijnlijk hevig verdiept in mijn boek, observeer ik stiekem hoe een net uitziende man het ene na het andere bankbiljet in het gokautomaat gooit en deze maar al te vaak weer verspeeld of zijn “gewonnen” geld weer opnieuw in het automaat werpt. Ik denk aan de discussie over het nieuw te bouwen casino op Walcheren waar men het gokprobleem op die manier “beheersbaar” denkt te willen maken. (Zoiets als een snackbar met een bijgeleverde diëtiste).

Een man met een getinte huidskleur en, voor mijn gevoel teveel behoefte aan een vrouw, probeert in gebrekkig Duits een gesprekje met mij aan te knopen maar ik laat weten geen interesse te hebben in een gesprek. Tegen twaalven wil men de tent sluiten en ik besluit het perron op te gaan zoeken. Treinen rijden af en aan de hele nacht door, en de wachtkamer van “mijn” perron die officieel om 24 uur gesloten zou worden blijft open en wordt bevolkt door allerlei volk van zeer verschillend allooi. De blijvers zijn zo te zien (of soms niet te zien maar wellicht ook) zwervers die een warme slaapplaats hebben voor de nacht. Er wordt nauwelijks gesproken. Ieder laat elkaar in “zijn waarde” of men snurkt rustig verder. Hoe triest dat je afhankelijk bent van een slaapplaats als deze. Geen bank maar keiharde stoelen die aan elkaar gelast zijn.

Eindelijk om 3.07 uur gaat mijn trein, een S-trein (soort light rail) naar Dortmund. De volgende trein eveneens. De overstap is krap, ik vraag de conducteur of ik de volgende trein toch zou kunnen halen (In Duitsland geven conducteurs dan door aan de aansluitende trein dat er overstappers zijn) maar volgens hem kan ik de trein gemakkelijk halen. 

In Frankfurt am Main eindelijk koffie en broodjes en een fijn overstapstation want ik hoef geen liften te gaan zoeken. En gelukkig een trein waar ik voorlopig nog niet uit ben zodat ik heerlijk kan gaan slapen. Ik besluit een lekker broodje met koffie te gaan halen. Helaas met het inladen van de fiets in de trein sneuvelt de koffie. Een meisje is zo lief nieuwe koffie voor me halen. Ik wil haar geld geven maar ze wijst het zeer beslist af.

Het is zoals gewoonlijk druk met vakantiefietsers in de trein. De SWT in combinatie met een fietskaart is erg populair in Duitsland. Er wordt door fietsers veel gebruik van gemaakt constateer ik vrijwel ieder jaar.

’s Middags rond half 4 arriveer ik dan eindelijk maar zonder vertraging met de Voightlandbahn in Cheb in Tsjechië. Een prachtige light railtrein, geen Tsjechische zoals ik eerst dacht maar een Duitse waarin je zelfs kaartjes kan kopen uit de automaat. Zodra ik uitgestapt ben en op het infobord kijk zie ik meteen mijn gereserveerde hostel.

Al gelijk bij aankomst in dit land valt de fietsonvriendelijkheid me op. Straten die afgesloten zijn voor auto’s zijn dat ook voor fietsers. Heel brede straten met plenty ruimte worden gewoon afgezet zodat je met fiets jezelf langs de stoep door de afzettingen moet wurmen. Ik mag officieel alleen fietsen langs de gevaarlijke autowegen. De vrouw van het hostel was al op leeftijd. Maar sprak, zeker achteraf gezien en vergeleken met anderen, net genoeg Duits om af en toe wat te vragen. Na me heerlijk gedoucht te hebben maak ik nog een wandeling door de stad en stuur een e-mail naar het thuisfront. Ik ga vroeg naar bed want ik was erg moe hoewel ik in de trein nog redelijk wat geslapen had.

De andere dag, 15 mei ,vroeg uit de veren maar begin wel rustig aan. Veel gefietst heb ik dit jaar nog niet, behalve de huis tuin en keukenritjes. Ik fiets een verkenningsritje naar Fransensbad, (een bekend kuuroord) wat maar een paar km verder ligt en maak een lange wandeling langs de rivier de Eger (Öhre)en door Cheb, dat een erg mooie stad is met een zeer rijke historie. Ik zie dat behalve de rijkdom hier ook nog veel armoede is. Aan een van de drukke toegangswegen zijn veel huizen kapot. Armoedige kinderrijke gezinnen wonen er zo te zien (wonen die overal meestal langs drukke autowegen?) Vaders en moeders koekeloeren door de soms kapotte ramen naar die vreemde vrouw, ik durf het niet te fotograferen.

De morgen van 16 mei, na een stevig ontbijt begin ik redelijk vroeg te fietsen langs een zelf uitgezette route naar Karlovy Vary. Het is goed fietsweer. De route die ik op mijn kaart heb uitgezet valt vaak samen met bewegwijzerde (rondrij) routes, maar in de praktijk blijken die bordjes nogal eens te ontbreken. Het landschap is aardig, met hier en daar wel wat verpauperde panden, en vaak erg rustig. Ik kan me vooral erg goed oriënteren op spoorrails want daar is dit land mee vergeven zo blijkt al snel. Want het lijkt wel of ieder dorp hier een treinstation heeft.

Ik bezoek Loket, een klein stadje wat in een lus van de Eger ligt met zijn prachtige Hrad (burcht) waarin je kunt zien met welke methodes men er hier vroeger op los gefolterd heeft als mensen niet gehoorzaam waren. Daarna nader ik al spoedig Karlovy Vyvary, (de trappenstad), en daarmee ook meer heuvels en het druk autoverkeer wat zich, lijkt het wel, allemaal tegelijk door het smalle dal moet persen.

Er ligt hier ook een Euregionale Lange Afstands Fietsroute, die bewegwijzerd zou moeten zijn met cofinanciering van de Europese Unie. Maar behalve een fors uitgevallen bord dat dit aankondigt ontbreekt de bewegwijzering vrijwel volledig . Jammer want het is hier erg mooi. Misschien moet ik dit toch eens melden aan onze europarlementariërs bedenk ik in mezelf want waar gaat het geld dan naar toe behalve naar dit bord? Naar autoinfra? En had dit bord wellicht louter een functie bij de opening daarvan?

Bij Karlovy Vyvary raak ik meer en meer verstrikt tussen het vele autoverkeer, al dan niet gezondheidstoeristen die dit kuuroord bezoeken om van hun kwalen verlost te worden. Later hoorde ik van mijn Praagse vriendin dat je zelfs een beroep kunt doen op de Tsjechische ziekenkassen om zo’n uitstapje vergoed te krijgen. Het kabaal en de onveiligheid die dit autoverkeer veroorzaakt stoort mij in hoge mate. Ik ga ook hier naar een hostel, het geeft me een vrijer gevoel dat ik mijn spullen beschermd weet als ik het stadje in wil. Het is zeker een mooi stadje, en blijkt veel kleiner dan je op grond van bekendheid zou vermoeden. Het bestaat hoofdzakelijk uit horeca en verdere toeristenindustrie zoals kuurverblijven, en vooral veel (rijke) toeristen. Mijn hostel ziet er keurig uit, het ligt hoog erg hoog op de heuvel.

Dat is dan ook de reden dat ik de andere morgen 17 mei, besluit me niet weer te mengen in het vele autoverkeer maar een route door de heuvels te kiezen. Maar dat viel tegen…. De avond te voor had ik het er nog met de jongens van het hostel over die route door de heuvels gehad. Ja het was wel erg steil hadden ze gezegd, maar ook mooi, en ja ik zat nu toch al hoog, dus was het idioot om eerst naar beneden te lopen als je naderhand toch weer naar boven zou moeten gaan. Maar het was vooral het vele autoverkeer dat me er toe bracht de heuvels te verkiezen. Maar dat zou nog eens tegen vallen. Na de derde zeer steile heuvel opgeklommen te zijn liet de rood-wit gemarkeerde route me in de steek, al de bomen afgezaagd.

In Tsjechië kun je alles verwachten. De route had me al eerder tot mijn verbazing gewoon 100 meter over een autoweg heen gestuurd, waarna hij aan de andere kant weer vrolijk verder ging. Maar nu zie ik geen markering meer, hoe ik ook kijk. Het kost uren tijd om slechts een paar kilometer te vorderen. H

et grootste gedeelte van mijn tocht naar Louny ligt nog voor me. Het weer is ook al niet zo best, maar de motregen stoorde me tot dusver nog niet erg. Het vele klimmen en dalen geeft me letterlijk een modderfiguur. Modder en bloed want het struikgewas zorgde ook voor veel wondjes op mijn lijf. En de struiken groeien uit mijn derailleur. Het was trouwens al moeilijk om te lopen met mijn zwaar bepakte fiets, laat staan fietsen, en het dalen gaat me zeker niet beter af dan klimmen, want het is erg steil en het pad is slecht.

Na deze derde klimpartij bedenk ik met enige spijt dat ik misschien wel de trein zou moeten nemen om ’s avonds Louny te bereiken, en dat wilde ik toch ook niet want juist na de derde heuvel zou ik na Klasterec nad Ohri hoofdzakelijk gaan dalen tot Louny, zag ik op de hoogtelijnen, en dan gaat het natuurlijk veel sneller.

De route lijkt een veelbelovende tocht die ik niet wil missen. Echter in dit ongelooflijke stille gebied wil ik geen onnodig risico lopen zodat ik besluit terug te gaan en een asfaltweggetje op te zoeken en fiets ik naar Voikovice. Daar ligt volgens mijn kaart een spoorrail, dus zal er wellicht een trein rijden. Het weer knapte nauwelijks op zodat ik toch maar besluit de trein te nemen naar Louny. Even later besluit ik naar een grotere plaats te fietsen om overstappen te vermijden, en fiets naar Ostrov. Wat een plezier zou deze treintocht me geven! Hoewel ik nog steeds spijt blijf houden van de gemiste tocht.

Bij het station aangekomen probeer ik een deur te openen van het verpauperde gebouw. Alles zit op slot. Iemand roept dat ik langs de zijkant moet gaan. Daar blijkt een lokettiste te zitten in een soort veredeld kippekot. Een anachronisme…: ze geeft me direct een paar uitdraaien uit de computer voor mogelijke verbindingen. Maar o jee, tussen Ostrov en Kadan blijkt geen treinverkeer mogelijk omdat de rails de West-Europese breedte krijgen.

Zodoende moet ik eerst een poosje met de bus mee. Ik vraag me af of dat wel gaat met mijn fiets. Bovendien staan er wel erg veel reizigers te wachten. Ik raak aan de praat met een erg aardige studente die in Usti nad Labem natuurkunde studeert en vergezeld werd van haar opa en oma. Ze vertelt me het een en ander, en functioneert als tolk omdat in dit land buiten Russisch nauwelijks talen gesproken worden. Ze is net zo oud als mijn dochter en net als mijn dochter blijkt ook zij veel binnen Europa gereisd te hebben voor en door middel van een studentenvereniging, zo ook in Nederland.

De bus blijkt gelukkig geen problemen op te leveren. Er komen 2 joekels van bussen aan. Met een aantal mensen sjorren we de fiets hoog de bus in door de nauwe deur. Er is zelfs een speciale ruimte voor dit soort vervoermiddelen. Ik ben wel blij dat ik voor dit soort gelegenheden een spin mee genomen heb zodat ik mijn fiets enigszins vast kan zetten.

In Kadan nemen we de trein naar Most. Ook hier is het een behoorlijke tilpartij om de fiets de trein in te krijgen, want zijn de Duitse treinen al niet eenvoudig om er met een fiets in te komen, de Tsjechische treinen zijn wellicht nog meer een klimpartij om je in te wurmen. Uitgebreid worden op de trein formulieren voor de fiets ingevuld wat bij ons al lang machinaal gebeurt. In tegenstelling tot buurstaat Sachsen Anhalt moet hier wel betaald worden voor de fiets, maar veel is het niet, ongeveer 1 euro.

In Most aangekomen staat er een alleraardigst treintje op me te wachten. Ik neem een beker Turkse koffie die ik even later de vuilnisbak inkieper omdat de beker niet vast te houden is met blote handen. Een spoorwegbeambte met een veel te grote pet op zijn hoofd en in zijn hand een stapel kaartjes zoekt een kaartje uit met de juiste reisbestemming wat hij in een gleuf schuift op de wagon zodat iedereen weet waar de trein naar toe gaat. 

Het is een alleraardigst en piepklein treintje, niet groter dan een bus. Na mijn fiets in de trein gehesen te hebben voelt het treintje erg koud aan. Maar zodra ik de mensencoupé ben ingegaan veranderd dat in een heerlijk behaaglijk warme ruimte die al aardig vol mensen zit.

In dit deel van Tsjechië komt geen toerist dus wordt er wat afgekeken naar die blonde vrouw met bepakte fiets. Het is het gebied van de grauwe flats en bruinkool en chemische industrie. Een gebied waar ik niet gefietst zou hebben als de regen en de slecht begaanbare route geen spelbreker waren geweest, maar de trein neemt een omweg. Het stukje fietsroute was hooguit 50 km. De trein stopt op ieder dorp waar hij langs komt.

Het is een enkel spoortje door het rustige en bijna platte Tsjechische landschap met prachtige wilde bloemen in de bermen. Bij ieder stationnetje staat een plaatselijke spoorwegbeambte met een meestal veel te grote pet op het hoofd de trein met een spiegeleistokje op te wachten, waarschijnlijk met de bedoeling om te kunnen helpen als dat nodig mocht zijn. Vaak is het niet nodig, dus zwaait zij of hij de reizigers uit. Op het volgende stationnetje hetzelfde ritueel. Het is vermakelijk te zien hoeveel personeelsleden nog betrokken zijn bij het goed functioneren van het spoor hier. Niet zoals in Nederland en Duitsland waar je iedere keer moet bedelen aan medepassagiers of men genegen is even mee te helpen met het dragen van je bagage, fiets of kinderwagen de trappen op of de trein in.

In Louny aangekomen is het weer wat opgeknapt. Ik maak een foto van het enige mooie aardige kasteeltje wat dit stadje heeft. Voor de rest denk ik dat men een wedstrijd heeft gedaan wie de lelijkste stad kon ontwerpen, grauwe flats voeren de boventoon. Toeristen komen hier nauwelijks. In het hostel aangekomen ontspint zich een hele discussie tussen de personeelsleden over mijn fiets wat ik niet kan volgen. Het blijkt dat men het veiliger vindt dat mijn fiets op de kamer staat. Over een beetje opgedroogde modder doet men niet moeilijk. Samen met de reuze aardige mensen van het hostel sleep ik de fiets de trappen op zodat mijn fiets gezellig naast mijn bed staat.

De volgende morgen 18 mei sta ik zoals gewoonlijk vroeg op en zie dat het weer beter is. Ik wil die dag naar Praag, wat misschien 70 km is. Na heerlijke koffie met een warme worstjes ontbijt fiets ik in een redelijk tempo door het hopland naar Praag. Ik had een afspraak met mijn Praagse vriendin, anders was ik om Praag heen gefietst. Want Praag is voor mij alleen maar leuk om naar toe te fietsen als je er een doel hebt. Bovendien kende ik al veel van deze geweldig mooie stad. De energie die je moet investeren om per fiets deze stad aan te doen moet wel in balans zijn met wat je er ‘uit wilt halen’. Maar ook hier wordt het hoe langer hoe moeilijker hoe meer je de stad inkomt met het autoverkeer.

Om de stad in te komen fiets ik ongeveer een kilometer op een 4 baansautoweg. Een man die ik een betere weg vraag laat non-verbaal weten erg met deze vraag in te zitten. Heel zijn lijf drukt uit dat hij het heel erg naar vindt dat er hier voor fietsers geen andere mogelijkheid is dan via een autosnelweg de stad in te komen. Stilletjes hoop ik even later dat een politie mij ziet rijden. Maar ineens is er dan een gloednieuw fietspad in het verlengde van deze weg. Maar ook dat fietspad houdt na enkele kilometers plotseling op en eindigt op een straathoek met kettingen aan palen. Ik kan kiezen, verder gaan langs de autoweg, waar geen ruimte is voor fietsers of langs de kettingen heen fietsen en de stoep nemen. Na enkele kilometers stoep vind ik mijn hostel: Hostel Džban bij Vokovice, SK Aritma, Nad lavkou 5 op weg 7 in Praag. Ik parkeer mijn fiets naast mijn bed en na een heerlijke Tsjechische maaltijd val ik al lezende in bed in slaap.

De andere morgen 19 mei ontmoet ik mijn Praagse vriendin Zdenka. Ze overlaadt me met geschenken, die mijn leger wordende fietstassen weer wat voller maken. Ik verken met haar nog wat onbekende gedeelten van Praag.  Ze toont mij enkele sporen die nog niet zijn uitgewist van de afschuwelijke overstroming van de Moldau een paar jaar geleden.

Het geweldige Praagse metronet, de trots van (het toenmalige communistische) Praag wat onverwoestbaar zou zijn voor de kracht van het water, had desondanks toch enorme schade opgelopen. Maar gelukkig is het water op het meest kritieke moment toch gaan zakken waardoor de schade nog enigszins beperkt bleef en de rest hersteld. Praag en alle andere steden aan de Moldau en Elbe hebben door de jaren heen geleerd te leven met de risico’s van het water, want deze overstroming was bepaald niet de eerste keer. We zoeken in een winkeltje samen oostblokse teensokken uit waar mijn dochter aan `verslaafd` is. Zdenka zou zweren dat men iets dergelijks niet had in haar land, maar toch! ’s Avonds doen we ons tegoed aan heerlijke Borsjt (Russische soep) en Tsjechische specialiteiten.

De volgende morgen 20 mei vertrek ik naar de mooie stad Melnik. Die ongeveer 50 km noordelijk van Praag ligt. Het is een mooie heerlijk rustige route hoewel het niet meevalt de stad uit te komen tussen al het autoverkeer. Ik steek met mijn fiets een weg over via trappen. Eenmaal bij het bekende slot Troja aangekomen zit ik op de Nummer 2, die de Internationale Elberadroute, ofwel op zijn Tsjechisch de Labska Trasa, verbindt met de route langs de Moldau, (de Vltava). Maar de meeste van deze gele bordjes ontbreken.

Bovendien het lijkt eenvoudig, gewoon de rivier volgen, de werkelijkheid is soms anders, want de rivier heeft nogal wat zijarmen, en dan blijkt soms dat je na enige kilometers fietsen op een pad geleidelijk aan in het struikgewas belandt, en dat de rivier slechts een stuk arm was. Halverwege de rit naar Kralupy nad Vltava wordt de route hachelijk. Na eindelijk een pad gevonden te hebben wordt dit pad steeds smaller en smaller, ik vraag me af of ik wel goed zit hoewel er nog steeds rood-witte markering aangegeven wordt, (de gele nr. 2 fietsbordjes zijn vaak afwezig) dus volg ik deze markering, wat waarschijnlijk een wandelroute is.

 Op een gegeven moment is fietsen niet meer verantwoord en loop ik naast mijn fiets, het pad is niet meer dan een spoortje van 15 cm in de brandnetels, pal naast ravijn en Moldau. Niet dat ik bang ben voor dit koorddanspad, wel vrees ik af en toe dat ik weer terug moet omdat ik niet verder kan. Maar gelukkig, vlak voor Kralupy wordt de route weer beter. Het landschap wordt ook vlakker. Enkele kilometers voor Melnik ontmoet ik een collega fietser uit Kiel (DL).

De man zoekt net als ik een brug over de Moldau, die we geen van beiden kunnen vinden. Volgens onze kaarten moet hij er zijn, we passeren een brug van superdikke pijpleidingen die na veel heen en weer rijden toch de brug blijkt te zijn die we moeten volgen. Pas als ik een kijkje ga nemen via de steile trap naar boven blijkt er ook een strookje pad tussen de pijpen te liggen. Niet eenvoudig voor de andere fietser want de man heeft maar één arm zo bleek later. We halen al onze bagage van de fiets en zeulen het mee naar boven en 100 meter verderop gaat het hele spul weer naar beneden. Al vroeg in de middag kom ik aan op de camping in Melnik.

Het is een fijne camping zoals ik al verwacht had. Geen toeters en bellen en aardige mensen die mij gelijk van een glas water voorzien omdat ik bijna uitgedroogd en met “stof”ogen  aankom. Het weer is verrukkelijk en ik sta met enkele Duitse fietsers op een fijne plaats. We hebben leuk contact en wisselen uitgebreid wederwaardigheden uit over de route. Zij gaan van Elbe naar Moldau en ik omgekeerd. Ik geniet tot laat in de avond van het fijne weer.

De volgende morgen 21 mei kom ik langzaam op gang. Ik hoorde de Duitse jongens al een tijdje bezig met pakken, maar toch ging ik eerder weg. Alleen ben je meestal veel sneller klaar met weggaan. Ik ontdek dat een van de voordelen van alleen fietsen is dat je niet hoeft te ‘polderen’. Je hoeft niet in discussie over allerlei dingen, neemt zelf je beslissingen, en dat scheelt erg veel energie. Want ik weet uit ervaring dat als je met meerdere mensen fietst, je nogal eens niet op een lijn zit. De een wil dit, de ander dat.

Ik fiets, na nog een keer vastgelopen te zijn in het struikgewas van een rivierarm, probleemloos naar Litomerice wat slechts een 40 km noordwestelijk ligt van Melnik. Het weer is nog steeds heerlijk en ik neem mijn gemak, verken nog even de mooie markt van Roudnice nad.L, stuur een mail naar het thuisfront, en kom weer lekker vroeg aan op de camping. (Autocamp Slavoj Strelecký Ostrov waar Labe en Ohre samenstromen. tel 734481 pp 70 kt 45 vlak terrein, geen gescheiden douches. direct zuidelijk van het treinstation.

Een prettige camping). Hoewel de motorclub die op dat moment deze plek bezoekt niet bepaald voor rust zorgt, lastig is men ook niet. Ik ontmoet een stel Zweedse vrouwen die op de mountainbike Tsjechië verkennen, maar veel kontact heb ik er niet mee want zij zitten aan de motorkant. Ik geef de voorkeur aan de rustige kant en sta naast een aardig Tsjechisch/Duits echtpaar met camper die mij van allerlei gemakken wil voorzien. Ze nodigen mij uit voor de koffie en we raken al snel aan de babbel.

Ik blijf hier een extra nacht omdat ik de andere dag naar Terezin (Teresienstadt) wil gaan wat aan de andere kant van de Elbe ligt.  Litomerice is net als Melnik een heel aardig, rustig stadje. Leuk om al lopende te verkennen. Er zijn ook leuke restaurantjes. Ik kook ook bijna niet omdat het eten hier erg goedkoop en goed blijkt. Bovendien is het geweldig om in zo’n mooie omgeving te eten. ’s Avonds laat in mijn tent, hoor ik de campingchef tegen mijn buren praten over mijn fiets maar ik soes al half. De volgende ochtend bleek dat de chef zoals wij hem noemden mijn fiets voor de zekerheid maar achter slot te hebben gezet, bezorgd als hij was voor “klauwers”.

Die morgen van 22 mei loop ik op weg naar de Elbebrug en word ik door mijn aardige camperburen opgeschrikt met getoeter. Ze geven me een lift van 500 meter naar de brug. Zij gaan hun zieke vader bezoeken in het ziekenhuis. Ikzelf neem een alleraardigst onverhard pad door de uiterwaarden van de Elbe en loop naar Terezin. Het is goed te doen want zeker met dit mooie pad wat erg afsteekt is het maar een paar kilometer lopen. Al snel beland ik in de Grote Vesting.

De oude vestingmuren van deze voormalige garnizoensstad zijn nog zichtbaar aanwezig in het landschap. Hoewel men al 15 jaar bezig is (dus sinds de Wende van ‘89) om de afschuwelijke geschiedenis van wat zich hier in Teresienstadt heeft afgespeeld tijdens de 2e wereldoorlog in kaart te brengen is het personeel voor mijn gevoel nog steeds een beetje onwennig om met toeristen om te gaan. Daar zal ook de taal een rol in spelen, want vrijwel niemand van deze vaak oudere mensen spreekt talen. Toch doen ze hun uiterste best om zoveel mogelijk aan je duidelijk te maken.

Opmerkelijk is dat zelfs joodse overlevenden uit dit kamp hier nog rondleidingen geven, hoe oud moet je dan zijn? Het is heel indrukwekkend te zien, zo heel anders dan Mauthausen in Oostenrijk, waar ik enkele jaren geleden langs fietste. Hier ligt bijvoorbeeld erg veel de nadruk op kunst die er in dit kamp was. Aanvankelijk had dit kamp een mild regiem en was kunst maken, zoals concerten, hier nog mogelijk. De Duitsers hadden de bedoeling van dit kamp een zgn “modelkamp” te maken, voor het oog van b.v het Rode Kruis, en dat werkte ook zo want men geloofde de Duitsers op hun woord dat ze de joden goed behandelden. Ik word gegrepen door het gedicht: “Als ob”. De joodse dichter beschrijft het leven van alledag in dit kamp als een Alsof wereld, doen alsof je genoeg te eten hebt, alsof je respect heb voor je beulen, alsof je je niet vernederd voelt, alsof etc.

Terezin was ook anders dan alle andere van de 1500 Europese moffenkampen omdat het een bestaande stad was waar tot in het begin van de oorlog nog gewone Tsjechische burgers woonden. Zij moesten in 1941 op last van de SS echter allemaal de stad uit om plaats te maken voor de veelal joodse en politieke gevangenen. Van de 140.000 gevangenen die in dit doorgangskamp waren stierven er hier alleen al 26.000.

Van de enkele duizenden die dit kamp overleefden toen de Russen dit kamp bevrijden in 1945 zijn enkele kinderen van nabestaanden aanwezig in mijn groep, waaronder een Amerikaanse man wiens moeder via Westerbork hier terechtkwam. Ik zie het crematorium, de ovens die hier werden gebruikt, maar anders dan in Auschwitz, omdat er zoveel doden waren vanwege uithongering, besmettelijke ziekten en vooral door de enorme overbevolking. Ik zie de stenen onderzoekstafels, de talrijke herinneringsstenen met een steentje er op, films, en nog zoveel meer.

Tegen de avond loop ik via mijn padje terug naar Litomerice. Ik loop niet alleen. Een Praagse jonge vrouw die hier op familiebezoek is loopt dezelfde route. We praten honderduit want ze spreekt Duits. Ze is diep gelovig katholiek en erg begaan met het lot van de wereld, waar mensen niet meer naar de kerk gaan en alleen nog maar waarde hechten aan geld. Het is nog steeds zonnig als ik op de camping kom, maar ’s avonds laat verandert dat. Het gaat regenen.

De andere morgen 23 mei blijf ik lang in mijn bed liggen want het regent nog steeds, de hele nacht heeft het geregend tegen mijn tent, hoewel ik redelijk goed geslapen heb. Ik hoop dat het wel gaat stoppen en zie me in gedachten weer al een treinreis maken om een klein stukje te overbruggen. De camping ligt naast het station waar de treinen dag en nacht vertrekken naar Decin en Usti n.L want het openbaar vervoer is zeer goed in Tsjechië. Maar gelukkig, rond elven knapt het weer op, de regen stopt en ‘de chef’ haalt mijn fiets uit de schuur. Ik breek de boel op in recordtijd en ga fietsen. In het begin is de route nog vaak onverhard, met struikgewas en veel modder en zwembaden vanwege de vele regen die gevallen is, maar hoe noordelijker ik kom hoe beter het wegdek.

Met een flinke snelheid, - hè wat is dat soms lekker - fiets ik ongeveer 80 km Tsjechië uit en Duitsland in. De route is erg mooi, de huizen tegen de heuvels aangeplakt en de lucht omgeven met prachtige regenwolken. Maar de industrie, het vele autoverkeer en de bouw van nieuwe weginfrastructuur in steden als Usti en Decin kan me gestolen worden. Het wegdek van wegen en fietspaden is vrij aardig en zelfs de bewegwijzerde gele bordjes nr. 2 zijn buiten de steden vaak present. Eigenlijk was ik van plan een camping te zoeken in het mooie Hrensko, wat nog net in Tsjechië ligt, maar ik hoor van een Duits ouder echtpaar op de fiets dat deze camping erg hoog in de heuvels ligt. Bovendien moet ik dan naar de andere kant van de Elbe. De vrouw vraagt me honderduit over mijn fietstochtje. Ze kan er niet over uit dat een vrouw zoiets doet in haar eentje. Ze ontmoet een andere fietser die ze kent en uitgebreid vertelt ze mijn verhaal tegen hem waar ik bij sta.

Tjonge, jonge... Ik besluit (de camping van) Bad Schandau te laten voor wat het is en nog maar even verder te fietsen naar Königstein, 15 km verderop want ik kan nu eindelijk eens heerlijk doorfietsen dus... Het Tsjechische fietspad met vervelende scherpe stenen heeft plaats gemaakt voor een heerlijk glad wegdek aan de Duitse kant, (wat niet wil zeggen dat het in O. Duitsland meestal beter is).

Bijna ongemerkt ben ik Duitsland ingereden. De overkant van de Elbe is nog Tsjechië. Borden aan beide kanten van het fietspad geven aan dat ik in Duitsland zit. In een douaneauto zit een beambte stiekem te koekeloeren of hij iets verdachts ziet. Mij laat hij met rust, fietsers doen geen kwaad. In de stromende regen zet ik even later mijn tent op in Königstein. Eigen schuld, had ik niet zo lang moeten praten met dat echtpaar. Na een heerlijke nachtrust en het getik van de regen op mijn tent pak ik ’s morgens mijn biezen in. Net als mijn buren, leuke luitjes uit Karlsruhe, ben ik reuze laat met alles omdat onze spullen nog zo nat zijn.

De regen stopte ook pas laat die morgen. We constateren op onze campingpapieren dat we om 12 uur weg moeten wezen van deze camping, anders moeten we zonder pardon bijbetalen zo valt te lezen. Wij fietsers gruwen van deze mentaliteit, en dat voor een camping die beslist niet goedkoop is. Maar deze camping was dan ook geen eerste keus voor geen van ons fietsers. We wisselen zoals gewoonlijk wederwaardigheden uit over het fietsen zodoende weten we weer wat ons voorlopig te wachten staat.

Pas om 1 uur fiets ik de morgen van 24 mei weg. Na een bezoek aan het mooie Pirna rij ik door naar Dresden. Het fietspad is meestal zeer goed van kwaliteit en het is erg druk met fietsers op deze populaire fietsroute. Het is ongeveer 40 km naar Dresden zodat ik toch nog vroeg in deze mooie cultuurstad aankom. Ik vind het hostel wat ik uitgezocht heb probleemloos. Het blijkt een erg fijn hostel te zijn.

De jongen aan de receptie vertelt me veel over Dresden, en geeft me een plattegrond van interessante plekken. Zijn smaak komt aardig overeen met die van mij. Want hij wijst me op een verborgen kunstpassage die ik geweldig vind. Het is niet alleen mooi maar ook een oase van rust in deze bruisende stad. Hoewel het hostel in de Neustadt ligt blijken er nog intacte gebouwen van voor het bombardement van ’45 te zijn.

Ik loop langs de Goldene Reiter en de mooie Albertsbrücke naar de Altstadt. Het prachtige silhouet van de stad toont zich in alle pracht in de late zonneschijn. Veel Dresdenaren hebben zich genesteld op de Elbeoever om nog even heerlijk te genieten van de zonnige avond in het Florence aan de Elbe. Ik bezoek het prachtige theaterplein en neem me stellig voor ooit een concert in de Senfoper te bezoeken en naar de basiliek en het Japanse paleis te gaan. 

Ik woon een mis bij in een stampvolle Hofkirche, verken de omgeving en de Frauenkirche die deze zomer uitgebreid in het nieuws was vanwege de beëindigde restauratie. Achter deze basiliek is het nog een puinhoop. Ik vraag met enige vrees aan een vrouw of op deze prachtige plek soms een parkeergarage moet komen. Ze lacht, nee hoor het zijn slechts grauwe DDR flats die hier gesloopt zijn. Het is niet de enige plek waar veel Europees geld naar toe gaat. Overal langs de Elbe staan de bekende blauwe borden met de sterrenkrans: “met cofinanciering van Europa wordt hier gerealiseerd.” Vaak gaat het om waterwerken aan de Elbe.

De volgende morgen, 25 mei stap ik vroeg uit mijn bed. Het Zuidkoreaanse meisje waar ik eerder mee kennis maakte en wat Europa in haar eentje doet, kijkt mij wat onwennig aan als ik mijn ontbijt klaar maak in de keuken. Ze is voor de 2 e keer in Europa en zoiets is ze kennelijk niet gewend.

Die dag heb ik de langste fietstocht. Ik begin mijn nest te ruiken, lijkt het, want aanvankelijk had ik plannen om zondags de trein naar Zeeland te nemen. Nu denk ik meer aan zaterdag. Ik had mijn route aangepast op wat ik hoorde van tegemoetkomende fietsers, de campings en steden waar ik minder goede geluiden over hoorde sla ik over of besteedt er minder tijd aan, zodat ik in een ruk naar Torgau fiets wat volgens mijn collega-fietsers erg de moeite waard is, evenals de camping.

De route is in het begin nog erg mooi. Ik verken stadjes als Strehla en Meissen (bekend van porselein en wijn). Mooie stadjes met soms prachtige maar helaas ook nogal wat verpauperde gebouwen. Soms tegen de heuvels aangeplakt. Ze zijn te klein voor een langer verblijf voor mij. Later wordt de route wat eentoniger, gecombineerd met de warme zon en de wind op kop nodigt dit mij uit voor een stevig tempo en flink doorfietsen. Voorbij Riesa –wat me niet veel heeft te bieden- ruik ik voor het eerst weer de vertrouwde koeienstront. Het landschap wordt ook wat vlakker.

Het blijft steeds erg druk met fietsers op de fietspaden en wegen. In tegenstelling tot zoals vaak in Nederland zie ik in verhouding erg veel lange afstandsfietsers met bepakking. En “grijs” is dominant aanwezig. Je zou zeggen dat daar veel Nederlanders tussen moeten zitten, maar mijn indruk is anders, ik spreek er niet een. Het lijken wel fietsfiles soms.

Met 115 km op de teller plof ik neer op camping van Torgau naast een koppel Zuid-Afrikaanse fietsers. Het is inderdaad een leuke camping. Geen zoveel sterren, maar aardige zorgzame leiding en alles schoon en zelfs een paar banken en een stenen tafel waar ik wat spullen op kan zetten. Kortom precies op mijn maat! Het weer blijft warm en ik verken het ook zo aardige stadje Torgau waar ik ook wat ga eten. En na heerlijk koffie gedronken te hebben met mijn Zuid Afrikaanse buren duik ik weer vroeg de tent in als het donker wordt.

De andere morgen 26 mei word ik weer al vroeg wakker door de Zuid-Afrikanen die hun fietsen aan het inpakken waren. Ze gaan precies de andere kant uit dan ik en fietsen voor een groot gedeelte mijn gereden route naar Praag zodat ik hun mijn kaartmateriaal verkoop wat ik niet meer nodig heb. Ook mijn campinglijst kunnen ze krijgen. Op het moment dat ik dit schrijf zitten we zeker met zo’n 20 fietsers op een terras te eten en drinken. Een grote groep is net weg maar het komt af en aan. In verhouding erg veel langeafstandsfietsers. De Elbe heb ik vandaag en gisteren minder gezien maar nu vanaf Elster naar Wittenberg zal ik er weer vaker langs rijden. Ik sprak aardige luitjes uit Siegen (DL) en ook nog een koppel uit Hamburg, hun Bikelineboekjes op het stuur. Sommigen nemen campings maar verbazend veel mensen ook pensions.

De route wemelt van bordjes over ‘fahrradfreundliche’ onderkomens, en de talrijke Radlertrefs, (Fietsersontmoetingspunten). Van een brochure die ik van iemand kreeg, bleek dat deze route een goed in elkaar gezet systeem is. Alle (verblijfs)horeca die betrokken is bij de Elberadweg staat vermeld in het gidsje, compleet met afstand van de route, prijscategorie etc. Op het moment dat je het bordje van je gekozen pension ziet volg je gewoon de bewegwijzering van dit pension. Een kind kan de was doen! Kortom je voelt je echt welkom als fietser en dat is denk ik ook het succes van deze route maar ook van andere populaire routes zoals de Donauroute die ik jaren terug eens fietste. Ook daar werd je steeds welkom geheten met fahrradgarages en fietsen met bloemenmanden voor de deur. Zo geheel anders dan in Nederland waar we alleen maar venijnige bordjes en stickers kennen van ‘hier geen fietsen plaatsen’ of iets in die trant.

Van de camping in Wittenberg kreeg ik tegenstrijdige berichten. De Zuid-Afrikanen vonden het een camping zoals die echt zou horen te zijn, anderen vonden juist het tegenovergestelde. Ik besluit mijn tent op deze camping te zetten, maar heb daar al snel spijt van, want dure campings zoals deze zijn vaak slecht voor fietsers. Om de camping te bereiken of er van weg te komen moet ik eerst langs een hoge autobrug met een hoop herrie. Maar afgezien van de autolocatie, is het mij ook te onpersoonlijk, met geen schaduw of plek voor je fiets en ik krijg gelijk een pak reclameboeken mee waar ik niet op zit te wachten en die ik prompt weer inlever.

Niet verwonderlijk dat ik hier - voor het eerst - bijna de enige langeafstandsfietser ben op de camping. (MCE Marina-Camp Elbe GmbH & Co.KG vijfsterren Brückenkopf 1 06886 Lutherstadt Wittenberg Vlak terrein direct aan Elbe/jachthaven).
Loom van het warme weer plof ik na het opzetten van de tent en een warme douche neer op een terrasje van Wittenberg. Het stadje compenseert de slechte campingplaats in ruime mate, want o wat een juweeltje van een stadje is dit weer! De stad is beroemd als Lutherstadt. Ooit spijkerde Luther zijn 95 stellingen tegen een kerkdeur. De kerk is allang verwoest en weer herbouwd, ook de stellingen zijn opnieuw in brons gegoten.

Vrijdag 27 mei gaat de reis naar Dessau. Maar eerst bezoek ik nog even het plaatselijke Haus der Geschichte in Wittenberg. Het museum is groter dan het aan de buitenkant lijkt. De beheerder zorgt voor een veilige afgesloten plek om mijn fiets te stallen. Het is een tentoonstelling van de jaren na 1945 in de DDR, hoe mensen leefden maar ook talrijke foto’s van het einde der oorlog die laten zien dat het Duitse volk het ook beslist niet makkelijk had.

Ik vond het indrukwekkend om te zien maar was erg teleurgesteld dat de politiek er buiten gelaten werd, alsof de communistische DDR politiek niets met opvoeding te maken had! De communistische tijd is duidelijk een taboe hier, dat had ik al eerder gemerkt. Ik bespreek het met de beheerder. Inderdaad moet hij toegeven dat dit er wel degelijk bij hoorde maar in Bonn is het wel aan de orde in een soortgelijk museum meld hij me.  Ja Bonn, natuurlijk, maar dat ligt immers in het westen. Ik maak ook nog een paar foto’s van de beroemde Lutherkerk met de stellingen van Luther, hoewel niet meer authentiek wegens diverse verwoestingen.

Als ik weer op de fiets zit kan ik helaas de Elbe Radweg om de een of andere reden waar ik nog steeds niet achter ben gekomen, een poos niet volgen. In de voormalige DDR zijn ze overal aan het bouwen. De Radweg is afgesloten en ik moet steeds op een fietspad langs het snelverkeer rijden. Ik word bijna gek van het autoverkeer, het lawaai van machines en zand in mijn ogen. En dit zou juist zo’n mooi stuk worden hoorde ik van andere fietsers.

Eindelijk, vlakbij het veer Coswig ben ik het vervelende autoverkeer kwijt en kan ik de gewone route weer volgen. Ik kom veel fietsers tegen die dezelfde kant uitgaan. Het weer is nog steeds heel zonnig. Naar Dessau is maar een klein stukje, 35 km. Ik doe het op mijn dooie gemakje en bezoek het Wörlitzer Park, pas uitgeroepen tot werelderfgoed van de Unesco. Het is inderdaad erg mooi. Omdat ik de volgende dag vroeg met de trein mee wil heb ik voor Dessau een pension geboekt. Op de route kom ik de aanwijzing van dit pension al tegen die steeds herhaald worden zodat ik het probleemloos kan volgen.

De familie heeft 2 pensions die dicht bij elkaar liggen. Ongelooflijk grote herenhuizen met op ieder etage 5 dubbele kamers met badkamer. En dat 3 verdiepingen hoog. De familie is bijna 10 jaar bezig, eerst met 1 pension en krijgen erg veel fietsers, men moet zelfs vaak nee verkopen.

Dessau is niet zo heel erg mooi, want het heeft veel te lijden gehad in de oorlog. Toch heeft de nieuwe architectuur in de stad ook wel mooie dingen. Echt lelijk vind ik het ook niet. Het is een van de grootste steden van Sachsen Anhalt. Aanvankelijk dacht ik er nog aan om door te fietsen naar Maagdenburg. Een paar jaar eerder had ik daar al eens gefietst en constateerde ik dat die stad werd opgestoten in de vaart der volken met veel nieuwe infrastructuur, en een compleet nieuw stadshart. Daarom wil ik het toch niet meer zien. Ik ruik het nest en vertrek de ochtend van 28 mei met een Schönen Wochenende Ticket terug naar Zeeland, met een tussenstop in Tilburg bij vrienden.

 


terug | home
Meer reisverhaal tsjechie...
Hebben we je geinspireerd? Deel dit met je vrienden.


Vind Tsjechie.nl leuk op Facebook


Tsjecho Reizen - dé wintersport of vakantie Tsjechië, Praag en Slowakije specialist!




reageer Reageer  stuur door Stuur door  print Print pagina

Wees de eerste die een reactie plaatst!
specialisten Tsjechie
tsjecho reizen - tsjechie  
Tsjecho Reizen
Reisorganisatie
info | website
tel nr (klik)
bohemia travel - tsjechie  
Bohemia Travel
Reisorganisatie
info | website
tel nr (klik)
happy home - tsjechie  
Happy Home
Vakantiehuizen
info | website
tel nr (klik)
interbohemia - tsjechie  
InterBohemia
Vakantiehuizen
info | website
tel nr (klik)

Valuta omrekenen

EUR

CZK

voorwaarden - copyright - privacy statement - disclaimer - cookies - contact - sitemap



© Tsjechie.nl